X woont in Nederland en werkt in 2015 als piloot bij een Ierse werkgever en heeft de luchthaven van Hamburg als thuisbasis. De werkgever is niet inhoudingsplichtig voor de Nederlandse loonheffingen. X krijgt een vaste kostenvergoeding voor eten, drinken en overnachtingen tijdens diensten buiten de basis. Deze ‘per diem allowance’ is € 4,60 per uur. In geschil is of deze vergoeding belast is. Volgens Rechtbank Den Haag is de vergoeding voldoende gespecificeerd om als aangewezen en dus onbelaste vergoeding te worden aangemerkt. De inspecteur stelt in hoger beroep dat de vergoeding niet onbelast kan zijn, omdat geen onderzoek naar de werkelijke kosten is gedaan.
Hof Den Haag oordeelt dat X met het 'Worldwide Subsistence Rates'-overzicht voor de steden waarop zijn werkgever vliegt niet voldoet aan de voorwaarde dat aan de 'per diem' vergoeding een onderzoek naar de werkelijke kosten ten grondslag ligt. Het overzicht is namelijk te algemeen en bevat bovendien kosten die niet tot de 'per diem' van de werkgever behoren, zoals hotelkosten. Er kan niet worden vastgesteld welke kosten aan X worden vergoed en of de hoogte hiervan gebruikelijk is. Zonder dit onderzoek kan de gerichte LB-vrijstelling niet van toepassing zijn. Het beroep van de inspecteur is gegrond. Op basis van bonnen mag X van de inspecteur wel alsnog € 362 aan maaltijdkosten aftrekken.
Wetsartikelen:
Wet op de loonbelasting 1964 31a
Wet op de loonbelasting 1964 31
Wet inkomstenbelasting 2001 3.84
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Loonbelasting
Instantie: Hof Den Haag
Editie: 12 april