Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat het verbod in het bestemmingsplan op de verkoop van dierenbenodigdheden van invloed is op de WOZ-waarde van het tuincentrum.

X1 is eigenaar van een kas. X2 is eigenaar en gebruiker van een tuincentrum en tevens gebruiker van de kas. In geschil zijn de WOZ-waarden 2015 van deze objecten.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat het verbod op de verkoop van dierenbenodigdheden van invloed is op de WOZ-waarde 2015 van het tuincentrum. Deze beperking in het bestemmingsplan is van invloed op de gecorrigeerde vervangingswaarde en de bedrijfswaarde. Immers, de aanwendingsmogelijkheden en de te verwachten cashflows hebben invloed op het nut en daarmee ook op de waarde van het object in economische zin voor de eigenaar. De heffingsambtenaar heeft dit niet onderkend. De heffingsambtenaar maakt aannemelijk dat in de functionele correctie wel voldoende rekening is gehouden met de economische situatie in de tuinbranche. De door X2 overgelegde jaarcijfers over de jaren 2012, 2013 en 2014 geven geen aanleiding tot meer correctie omdat het tuincentrum is verbouwd in 2012 en de omzet (onder meer) werd gedrukt door de investeringen en de daaruit voortvloeiende rentelasten. De rechtbank verlaagt de WOZ-waarde van het tuincentrum van € 1.290.000 naar € 1.160.000 en verklaart het beroep t.a.v. de kas ongegrond.

 

Lees ook het thema over de WOZ.

 

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Rechtbank Oost-Brabant

Editie: 21 december

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen