A houdt in de jaren 2009 - 2011 (indirect) aandelen in belanghebbende, X bv, en is tevens bestuurder van X bv. In 2008 komen X bv en A overeen dat de woning van A aan X bv zal worden verhuurd, en dat X bv de woning geschikt zal maken voor commerciële verhuur. X bv trekt de verbouwingskosten af van de winst. A verkoopt de luxe villa in 2013 voor ruim € 1,3 mln. Tijdens een boekenonderzoek stelt de inspecteur vast dat X bv helemaal niet de intentie heeft gehad om de woning tot kantoorappartementen te ontwikkelen. Volgens de inspecteur is sprake van een verbouwing van een gedateerd woonhuis tot een moderne, luxe villa. De kosten zijn onzakelijk, en niet aftrekbaar. De inspecteur legt VPB-navorderingsaanslagen op aan X bv. Rechtbank Gelderland oordeelt dat X bv de verbouwingskosten niet in aftrek kan brengen. Volgens de rechtbank blijkt uit een FIOD-rapport namelijk dat de uitgevoerde werkzaamheden geen zakelijk karakter hebben, maar zagen op de verbouwing van het woonhuis van A. De navorderingsaanslagen blijven in stand.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X bv niet de vereiste aangifte heeft gedaan en dat de navorderingsaanslagen berusten op redelijke schattingen. Een uitzondering geldt voor een post van € 12.500 voor het jaar 2011. Het hof handhaaft dan ook de navorderingsaanslagen voor de jaren 2009 en 2010 en vermindert de navorderingsaanslag 2011 met € 12.500.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.25
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 10 juli