Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de aanslag forensenbelasting terecht aan X is opgelegd. De uitgevoerde werkzaamheden en de staat van de woning zijn niet van zodanige aard dat er op enig moment geen sprake is van een gemeubileerde woning.

X is sinds 13 juli 2022 eigenaar van een vakantiewoning. Hij is het niet eens met de aan hem opgelegde aanslag forensenbelasting. X stelt daarbij dat door de in 2022 uitgevoerde verbouwingswerkzaamheden geen sprake is van een gemeubileerde woning.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de aanslag forensenbelasting terecht aan X is opgelegd. De uitgevoerde werkzaamheden en de staat van de woning zijn niet van zodanige aard dat er op enig moment geen sprake is van een gemeubileerde woning. De door X geschetste werkzaamheden, schilderwerk, gevelreiniging, het aanbrengen van een nieuwe erfafscheiding en vervanging van de cv-ketel, de verlichting en het hang- en sluitwerk, zijn niet zodanig ingrijpend dat daardoor een ongemeubileerde woning is ontstaan. Aangezien de woning sinds de koop ter beschikking staat aan X, wordt ook voldaan aan het 90-dagencriterium. De rechtbank verwerpt de stelling van X over het 90-dagencriterium. De aanslag forensenbelasting blijft in stand.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 223

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Editie: 26 juli

Informatiesoort: VN Vandaag

203

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen