Rechtbank Gelderland oordeelt dat de inspecteur alsnog aannemelijk maakt dat er concrete aanwijzingen zijn die rechtvaardigen dat detailinformatie wordt opgevraagd en dat de informatiebeschikking terecht is afgegeven.
X bv exploiteert een grand-café en een restaurant. In geschil is of terecht een informatiebeschikking jegens haar is genomen. Volgens de inspecteur voldoet X bv namelijk niet haar informatieplicht door in het kader van een boekenonderzoek geen digitale gegevens van de kassa en het loonsysteem ter beschikking te stellen. Bij een eerdere tussenuitspraak kwam de rechtbank tot het oordeel dat pas om de digitale detailinformatie mag worden gevraagd als er concrete aanwijzingen zijn die dat rechtvaardigen.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de inspecteur alsnog aannemelijk maakt dat er concrete aanwijzingen zijn die rechtvaardigen dat detailinformatie wordt opgevraagd en dat de informatiebeschikking dus terecht is afgegeven. De inspecteur stelt namelijk onweersproken dat de brutowinstpercentages van X bv laag zijn ten opzichte van de branche en dat de percentages bij de twee vestigingen van X bv ook onderling afwijken. Dit laatste is opvallend omdat de vestigingen dezelfde verkoopprijzen hebben, dezelfde leveranciers en dezelfde inkoopprijzen. X bv moet de betreffende gegevens binnen zes weken overleggen.
Lees ook het thema Informatiebeschikking: stand van zaken
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 47
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a