Hof Arnhem-Leeuwarden overweegt dat de inspecteur niet verplicht is de aanslagregeling van fiscale partners gelijktijdig en gezamenlijk uit te voeren. Een correctie bij de aanslagregeling bij de partner leidt tot navordering van 50% bij X, ook al is in de aangifte een andere verdeling van de aftrekposten opgenomen. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

X doet samen met zijn partner aangifte IB/PVV 2018. Daarbij nemen zij aftrekposten voor de eigen woning meerdere malen in aftrek. De inspecteur volgt de aangifte voor X, maar corrigeert de aangifte voor de partner nadat de aanslag voor X definitief is vastgesteld. De inspecteur brengt via navordering eenzelfde correctie aan bij X op basis van de standaard 50/50-verdeling van gemeenschappelijke aftrekposten. X komt na tevergeefs bezwaar en beroep in hoger beroep.

Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N 2024/27.1.6) overweegt dat de inspecteur niet verplicht is de aanslagregeling van fiscale partners gelijktijdig en gezamenlijk uit te voeren. Een correctie bij de aanslagregeling bij de partner leidt tot navordering van 50% bij X, ook al is in de aangifte een andere verdeling van de aftrekposten opgenomen. Omdat de partners meer dan 100% van de kosten hebben verdeeld, is er naar het oordeel van het hof geen sprake van een onderlinge verhouding die afwijkt van de standaard 50/50-verdeling. De inspecteur mag daarom navorderen. Het hof verwerpt het beroep van X op algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Het hoger beroep is ongegrond. X gaat in cassatie, maar motiveert het beroep niet. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Instantie: Hoge Raad

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Inkomstenbelasting

Editie: 5 november

Informatiesoort: VN Vandaag

398

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen