X ontvangt voor zijn kinderen in Marokko kindgebonden budget, dat de inspecteur reduceert door toepassing van de woonlandfactor. Rechtbank Den Haag oordeelt dat de bestuursrechter hierover heeft beslist dat die reductie niet is toegestaan omdat het kindgebonden budget onder de reikwijdte van het NMW valt, welk verdrag het woonlandbeginsel buiten toepassing laat.

Belanghebbende, X, heeft twee kinderen die in 2014 woonachtig zijn in Marokko. Hij ontvangt voor hen kindgebonden budget. De Belastingdienst/Toeslagen herziet en reduceert eind 2014/begin 2015 het aan X toegekende voorschot onder toepassing van het woonlandbeginsel zoals opgenomen in de Wet op het kindgebonden budget (Wkb)). X verzet zich daartegen.

Rechtbank Den Haag oordeelt onder verwijzing naar recente jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State dat het kindgebonden budget, net als de kinderbijslag, onder de reikwijdte valt van artikel 5 van het Algemeen Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Marokko (NMV). Hierdoor is het verminderen van bepaalde uitkeringen en bijslagen verboden, zo ook het kindgebonden budget. De toepassing van het woonlandbeginsel bij het vaststellen van het kindgebonden budget is hiermee in strijd. Gelet op de Grondwet, had de inspecteur het woonlandbeginsel buiten toepassing moeten laten, aldus de rechtbank. De rechtbank verklaart het beroep van X gegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Toeslagen en zorgverzekeringswet

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 12 augustus

18

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen