Hof Amsterdam oordeelt dat X de door hem betaalde verdragsbijdrage niet als IB-voorheffing kan verrekenen. X is in de periode 1 januari 2014 - 31 maart 2014 namelijk niet verzekerd, en dus ook niet premieplichtig voor de Nederlandse volksverzekeringen.

X emigreert in 2008 naar Frankrijk. Met ingang van 1 april 2014 remigreert hij naar Nederland. Tot 1 april 2014 is X niet verzekerd geweest voor de Nederlandse volksverzekeringen. X is over de periode 1 april 2014 - 31 december 2014 € 3315 aan premie volksverzekeringen verschuldigd. In geschil is of de verdragsbijdrage die X in het jaar 2014 (over de periode 1 januari 2014 - 31 maart 2014) op grond van art. 69 Zvw verschuldigd is, kan worden aangemerkt als een voorheffing in de zin van art. 9.2 Wet IB 2001.

Hof Amsterdam oordeelt dat X de door hem betaalde verdragsbijdrage niet als IB-voorheffing kan verrekenen. Het hof overweegt hierbij dat X in de periode 1 januari 2014 - 31 maart 2014 niet verzekerd is, en dus ook niet premieplichtig is voor de Nederlandse volksverzekeringen. Hieraan doet volgens het hof niet af dat hij op grond van art. 69 Zvw een met de AWBZ-premie overeenkomende bijdrage is verschuldigd. Dit heeft namelijk niet tot gevolg dat X verzekerd en premieplichtig is voor de AWBZ of enige andere volksverzekering. Ook kan het met de AWBZ-premie overeenkomende gedeelte van de bijdrage volgens het hof niet worden aangemerkt als een premie voor de volksverzekeringen. Het hof overweegt hierbij dat de Zvw zelf spreekt over een ‘bijdrage’ en niet over een ‘premie’ voor de AWBZ. He gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 9.2

Zorgverzekeringswet 69

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Premieheffing

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 4 juni

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen