Na een uitgebreide analyse concludeert advocaat-generaal Wattel dat X geen recht heeft op aftrek van de ivf-kosten. De A-G overweegt dat X niet voldoet aan de voorwaarden die op grond van art. 6.16 lid 1 onderdeel a Wet IB 2001 gelden voor de aftrek.

Belanghebbende, de heer X, en zijn partner, de heer Y, hebben een kinderwens. X neemt daartoe in de VS deel aan een eiceldonatie- en draagmoederschapprogramma. Van de totale kosten die X maakt ($ 167.000), brengt hij € 38.000 aan ivf-kosten in aftrek als uitgaven voor specifieke zorgkosten. De inspecteur staat aftrek van de ivf-kosten niet toe. Na een uitvoerige analyse oordeelt Rechtbank Gelderland oordeelt dat het verdragsrechtelijk discriminatieverbod weliswaar is geschonden, door de ivf-kosten die de heer X heeft gemaakt niet in aftrek toe te laten, maar dat de rechtbank niet voor rechtsherstel kan zorgen. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de aftrekregeling voor specifieke zorgkosten in het geval van X niet in strijd komt met het verdragsrechtelijke discriminatieverbod. De wetgever heeft de hem toekomende ruime beoordelingsvrijheid namelijk niet overschreden.

Na een uitvoerige analyse concludeert advocaat-generaal Wattel dat X geen recht heeft op aftrek van de ivf-kosten. De A-G overweegt dat X niet voldoet aan de voorwaarden die op grond van art. 6.16 lid 1 onderdeel a Wet IB 2001 gelden voor de aftrek. X is dus niet ongunstig behandeld op grond van seksuele geaardheid of geslacht. Ook is er geen indirect onderscheid op basis van geslacht of seksuele geaardheid. Daarbij is van belang dat X en Y, als mannen, nu eenmaal niet beschikken over eierstokken en dus niet zwanger kunnen worden en de ivf-behandeling niet bij hen heeft plaatsgevonden, maar bij een derde. Nu X en zijn partner niet over een baarmoeder beschikken, is ivf-behandeling van henzelf onbestaanbaar, is er geen sprake van een (chronische) ziekte of invaliditeit en onttrekt dit zich aan de invloedssfeer van de Staat. Dat X en zijn partner als man zijn geboren, wijst dus niet op ongelijke behandeling door de Staat. De A-G adviseert de Hoge Raad om het cassatieberoep ongegrond te verklaren.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Protocol nr. 12 bij het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 1

Wet inkomstenbelasting 2001 6.17

Wet inkomstenbelasting 2001 6.16

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Europees belastingrecht, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)

Editie: 25 juli

Uitsluiting Nieuwsbrief: Uitsluiting Nieuwsbrief

30

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen