Hof Den Haag oordeelt dat het besluit van de gemeenteraad van Vlaardingen om het OZB-tarief voor de gebruikers van niet-woningen op nihil te stellen en tegelijkertijd het tarief voor de eigenaren van niet-woningen te verdubbelen leidt tot onredelijke en willekeurige belastingheffing.
X is eigenaar van een aantal onroerende zaken (niet-woningen) in de gemeente Vlaardingen. Aan X is een aanslag OZB-eigenarenheffing opgelegd. De gemeenteraad heeft per 2021 het tarief voor de gebruikersheffing van de OZB op nihil vastgesteld en het tarief voor de eigenarenheffing verdubbeld. X voert in hoger beroep aan dat dit in strijd is met het evenredigheidsbeginsel, het verbod van onredelijke en willekeurige belastingheffing dan wel art. 14 van het EVRM.
Hof Den Haag oordeelt, anders dan de rechtbank, dat het besluit om het tarief voor de OZB-eigenaren te verdubbelen in strijd is met het verbod op onredelijke en willekeurige belastingheffing. Het hof komt tot de conclusie komt dat het verdubbelingsbesluit in strijd is met het evenredigheidsbeginsel en het verbod van willekeurige en onredelijke belastingheffing. Er is sprake is van willekeur aangezien de raad, gelet op de belangen van de eigenaren van niet-woningen, in redelijkheid niet tot een tariefsverhoging OZBE-NW per 1 januari 2021 kon komen. Een volledige onverbindendverklaring is disproportioneel. Het hof volstaat daarom met een onverbindendverklaring van het tarief voor zover dat uitkomt boven een verhoging van 3%, het algemene percentage waarmee de OZB-tarieven per 1 januari 2021 zijn verhoogd. De aanslagen worden verminderd.
Wetsartikelen:
Instantie: Hof Den Haag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Editie: 13 februari
Informatiesoort: VN Vandaag