Rechtbank Overijssel oordeelt dat de heffingsambtenaar van GBLT op juiste gronden heeft besloten dat X in 2014 permanent moet meten, bemonsteren en analyseren in een beperkt aantal alternerende etmalen.

Belanghebbende, X, is een soesjesbakkerij. Zij is het niet eens met een meetbeschikking van de heffingsambtenaar van het Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus Tricijn voor de periode van 1 mei 2014 tot en met 31 december 2014.

Rechtbank Overijssel oordeelt dat de heffingsambtenaar van GBLT op juiste gronden heeft besloten dat X in 2014 permanent moet meten, bemonsteren en analyseren in een beperkt aantal alternerende etmalen. Volgens de verordening is het uitgangspunt voor meting, bemonstering en analyse dat dit ieder etmaal plaatsvindt. Slechts op aanvraag kan de heffingsambtenaar beslissen dat meting en bemonstering kan plaatsvinden in een beperkt aantal etmalen. Om hiervoor in aanmerking te kunnen komen is het aan X om aannemelijk te maken dat er een constante verhouding is tussen het aantal geloosde vervuilingseenheden, vastgesteld op grond van meetweken, en de hoeveelheid ingenomen water. X heeft dit niet aannemelijk gemaakt. Van strijd met het gelijkheidsbeginsel is geen sprake, noch op het niveau van de verordening, noch in de uitvoering. De rechtbank verklaart het beroep van X ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Overijssel

Editie: 15 oktober

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen