X heeft diverse procedures bij de Hoge Raad lopen, waaronder 22/01787. Op 23 februari 2023 is aan haar medegedeeld dat op 3 maart 2023 arrest zal worden gewezen en dat de beslissing zal worden genomen door de leden Koopman, Boerlage en Wortel. X verzoekt om wraking van de vermelde leden. Volgens X is de Hoge Raad opzettelijk nalatig bij het verzenden van stukken en zijn Koopman, Boerlage en Wortel hiervoor aansprakelijk. Zij wenst haar wrakingsverzoek mondeling toe te lichten.
De Hoge Raad oordeelt dat X geen concrete omstandigheden aanvoert waardoor de rechterlijke onpartijdigheid van de betreffende drie leden schade zou kunnen lijden of daarvoor een objectief gerechtvaardigde vrees bestaat. Voor het aanvoeren van nadere gronden op een zitting is geen plaats, omdat alle feiten of omstandigheden tegelijk moeten worden voorgedragen. Het wrakingsverzoek wordt buiten behandeling gesteld. Mede gelet op de frequentie waarmee X 'verzoeken tot wraking’ indient en waarin zij soortgelijke algemene klachten ventileert, maakt X evident misbruik van het middel van wraking. Een volgend wrakingsverzoek in de zaak 22/01787 zal niet in behandeling worden genomen.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:16
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hoge Raad
Editie: 17 april