X bv exploiteert een belastingadvies- en accountantskantoor en doet de administratie van een groep vastgoedbedrijven en hun uiteindelijke enig aandeelhouder/bestuurder. Er ontstaat geschil van mening over de hoogte van de facturen en X bv schort haar werkzaamheden daarom op. In een civiele procedure vordert X bv betaling van € 28.200, te vermeerderen met rente en 15% incassokosten (€ 4230).
Rechtbank Amsterdam oordeelt dat de vordering voor € 23.463 terecht is, ondanks dat X bv haar werkzaamheden voor één boekjaar niet heeft afgerond en de klant was genoodzaakt om een andere accountant in te schakelen. Ook bij voortijdige beëindiging opdracht bestaat namelijk recht op een vergoeding. De eis voor de facturen met als omschrijving 'te verrichten werkzaamheden' is in het licht van de eerdere terechte opschorting niet toewijsbaar. Deze werkzaamheden zijn kennelijk niet uitgevoerd en leveren dus besparingen op. X bv claimt ook vergeefs 15% aan buitengerechtelijke incassokosten te hebben gemaakt. Conform het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten krijgt X bv in plaats daarvan € 1009.
Wetsartikelen:
Burgerlijk Wetboek Boek 6 119a
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Verbintenissenrecht
Instantie: Rechtbank Amsterdam
Editie: 20 maart