X doet aangiften IB/PVV over een reeks van jaren zonder daarbij melding te maken van inkomsten uit een door X opgezette buitenlandse structuur. Vanwege aan de Officier van Justitie gevraagde informatie over een verkoper van buitenlandse structuren, komt de inspecteur X op het spoor. Na onderzoek met hulp van buitenlandse autoriteiten legt de inspecteur (navorderings)aanslagen op met 100% vergrijpboeten wegens het doen van onjuiste aangifte. X komt tevergeefs in bezwaar en gaat in beroep.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de (navorderings)aanslagen terecht zijn opgelegd op basis van een redelijke schatting. De rechtbank verwijt X kwade opzet en listige belastingontduiking. De rechtbank matigt de boete, in lijn met jurisprudentie van de Hoge Raad, tot 55% en 60% van de belasting omdat deze is berekend met omkering en verzwaring van de bewijslast en wegens de lengte van de bezwaar- en beroepsprocedure. Beroep gegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67d
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 25 januari