Hof Den Haag oordeelt dat X ernstig onzorgvuldig heeft gehandeld door haar goedkeuring te verlenen aan de aangiften van haar en haar echtgenoot waarin het contante zwarte geld niet was opgenomen.
X en haar echtgenoot wonen tot 1998 in België. In dat jaar koopt de echtgenoot zijn Belgische pensioen af en de afkoopsom staat achtereenvolgens op bankrekeningen in Luxemburg en Zwitserland. In 2013 sluiten ze de Zwitserse rekening en het geld wordt contant in huis bewaard. Het meeste daarvan is inmiddels consumptief besteed. In geschil zijn de aan X opgelegde de vergrijpboeten van in totaal € 19.530 bij de diverse navorderingsaanslagen. Volgens Rechtbank Den Haag kan X slechts grove schuld worden verweten. Zij heeft namelijk toestemming gegeven voor het indienen van de onjuiste aangiften. De boeten worden gehalveerd tot € 9765. X gaat in hoger beroep.
Hof Den Haag oordeelt dat X ernstig onzorgvuldig heeft gehandeld door haar goedkeuring te verlenen aan de aangiften waarin het zwarte contante geld niet was opgenomen. De boeten voor 2014 en 2015, zoals die door de rechtbank zijn verminderd, zijn dus passend en geboden. Na de 5% matiging wegens het overschrijden van de redelijke termijn resteert daarvan in totaal € 4211. Voor de jaren ervoor heeft de inspecteur niet het bewijs geleverd dat bij X sprake is van grove schuld. De rechtbank had bij de veroordeling van de inspecteur in de proceskosten de beroepen van X en haar echtgenoot als samenhangend moeten aanmerken. De vergoeding wordt daarom verlaagd tot € 1255,50. Het incidentele hoger beroep van de inspecteur is gegrond. Voor het geslaagde hoger beroep krijgt X nog eens € 1255,50 als proceskostenvergoeding.
Wetsartikelen:
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67e
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67d
Instantie: Hof Den Haag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Belastingrecht algemeen
Editie: 18 januari
Informatiesoort: VN Vandaag