Rechtbank Gelderland oordeelt dat de opgelegde vergrijpboetes disproportioneel zijn, mede vanwege de vrijwillige inkeer van X.

X heeft de Italiaanse nationaliteit en immigreert in 2006 naar Nederland. Hij doet tijdig aangiften IB/PVV voor de jaren 2010 t/m 2016, maar geeft niet zijn volledige buitenlandse vermogen aan. Dit vermogen omvat bankrekeningen en aandelen in diverse landen, evenals een onroerende zaak in Italië. In 2021 dient X een formulier 'Melding vrijwillige verbetering' in, waarna hij volledige openheid van zaken geeft. In 2022 legt de inspecteur navorderingsaanslagen en vergrijpboetes op. X maakt bewaar en gaat vervolgens in beroep.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat de opgelegde vergrijpboetes disproportioneel zijn, mede vanwege de vrijwillige inkeer van X. Het is aan grove schuld van X te wijten dat er te weinig belasting is geheven. Bij de handleiding van de aangifte staat uitdrukkelijk dat hij na afloop van de 30%-regeling het buitenlandse vermogen moet aangeven. De rechtbank neemt daarbij in overweging dat het gaat om een aanzienlijk vermogen dat in de geschil zijnde jaren is opgelopen tot ruim € 10 miljoen. Echter, er bestaat een wanverhouding tussen de ernst van het vergrijp en het totaalbedrag van de boetes (€ 172.500). De rechtbank acht een totale boete van € 50.000 passend en geboden. Verder zijn de navorderingsaanslagen voldoende voortvarend vastgesteld doordat de inspecteur handelt binnen een redelijke termijn na ontvangst van de volledige informatie van X.

Lees ook het thema Verzuim- en vergrijpboetes: Een kwestie van verschil.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67n

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67e

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Instantie: Rechtbank Gelderland

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Inkomstenbelasting

Editie: 20 maart

Informatiesoort: VN Vandaag

589

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen