Bij beschikkingen van 17 augustus 2008 heeft de inspecteur voor stichting X lagere premiepercentages WAO en WGA vastgesteld dan hij eerder had gedaan. In december 2008 wordt aan stichting X teruggaaf verleend van dit verschil. Nadien ontvangt de inspecteur van het UWV gegevens waaruit hij afleidt dat de bij de beschikkingen van 17 augustus 2008 vastgestelde premiekortingen te hoog zijn. Gevolg is de in geschil zijnde naheffingsaanslag loonheffingen waarbij de door stichting X te weinig betaalde premie wordt nageheven. Stichting X komt in hoger beroep nadat de rechtbank het beroep ongegrond heeft verklaard. Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden was de inspecteur bevoegd de beschikkingen van 17 augustus 2008 op te leggen. Anders dan de inspecteur verdedigt, geldt die bevoegdheid ook als hij geen grondig onderzoek heeft gedaan naar de juistheid van de door hem toegepaste vermindering. De beschikkingen zijn nadien niet ingetrokken of gewijzigd en gelden dus nog. Artikel 20 AWR biedt niet de mogelijkheid tot wijziging of vervanging van eerder bij beschikking vastgestelde premiepercentages. De naheffingsaanslag, die uitgaat van hogere premiepercentages dan uit de beschikkingen van 17 augustus 2008 voortvloeien, is dus ten onrechte opgelegd en moet worden vernietigd. Het hof beslist dat stichting X recht heeft op integrale proceskostenvergoeding omdat de inspecteur had moeten beseffen dat zijn opvatting in rechte nooit stand zou houden.
Wetsartikelen:
Wet financiering sociale verzekeringen 38
Wet financiering sociale verzekeringen 37
Besluit proceskosten bestuursrecht 2
Algemene wet inzake rijksbelastingen 20
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Loonbelasting, Premieheffing
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 26 november