Hof Amsterdam oordeelt dat de verhuur van de kantoorruimte in de woning van X en Y aan A BV kwalificeert als een economische activiteit en dat X en Y gezamenlijk als ondernemer kwalificeren. X en Y hebben recht op een aanvullende BTW-teruggaaf.

X is bestuurder en indirect enig aandeelhouder van A BV. In 2018 kopen X en Y een nog te bouwen woning. De BTW over de levering van de woning is in rekening gebracht op facturen ten name van X en Y. X en Y zijn gezamenlijk rechthebbende tot de erfpachtrechten op de appartementsrechten die recht geven op het gebruik van de woning en een parkeerplaats. X en Y stellen een kamer in de woning ter beschikking aan A BV voor gebruik als kantoorruimte voor € 600, exclusief BTW per kwartaal. Deze terbeschikkingstelling is vastgelegd in een huurovereenkomst, waarin partijen opteren voor BTW-belaste verhuur. De kantoorruimte is alleen toegankelijk via de hal in de woning, beschikt niet over eigen sanitaire voorzieningen en is 9,8 vierkante meter groot. Volgens de huurovereenkomst omvat het gehuurde ook het medegebruik van de gemeenschappelijke buitenruimten behorende bij het appartementsrecht alsmede van de gang en de daaraan gelegen toiletruimte. De huur van de kantoorruimte is overeengekomen voor een periode van vijf jaar en wordt na afloop van die vijf jaar voortgezet voor aansluitende perioden van telkens vijf jaar. In hoger beroep is in geschil of X en Y recht hebben op een aanvullende BTW-teruggaaf voor het gebruik van de kantoorruimte.

Hof Amsterdam oordeelt dat de verhuur van de kantoorruimte in de woning van X en Y aan A BV kwalificeert als een economische activiteit en dat X en Y gezamenlijk als ondernemer kwalificeren. Ook wordt voldaan aan het voor het recht op aftrek van voorbelasting vereiste rechtstreekse en onmiddellijke verband tussen de kosten van de aanschaf van de woning en de terbeschikkingstelling van de kantoorruimte. Het feit dat X en Y ten tijde van de levering van de woning het voornemen hadden de kantoorruimte te verhuren is voldoende voor het ontstaan van het recht op aftrek. Dat in de huurovereenkomst medegebruik van gemeenschappelijke ruimten in/bij de woning wordt toegestaan, vormt geen beletsel voor de optie voor de BTW-belaste verhuur. Het hoger beroep van de inspecteur is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 11

Wet op de omzetbelasting 1968 15

Wet op de omzetbelasting 1968 7

Instantie: Hof Amsterdam

Rubriek: Omzetbelasting

Editie: 19 maart

Informatiesoort: VN Vandaag

23

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen