X verhuurt muziekstudio’s die volledig zijn ingericht. Het gebruik is inclusief gas, water, licht, schoonmaak, verwarming en wifi. Daarnaast biedt X optioneel ook promotie, marketing en reclame via zijn website en social media aan. In 2015 zijn de studio’s door 3 partijen voor het gehele jaar gehuurd. Zij hebben een exclusief recht tot gebruik van de hun toegewezen studio. De inspecteur stelt dat sprake is van vrijgestelde verhuur van een onroerende zaak en heft de over 2015 afgetrokken voorbelasting na. Volgens X is sprake van met omzetbelasting belaste verhuur-plus. De rechtbank stelt X in het gelijk. De inspecteur gaat in hoger beroep.
Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat sprake is van vrijgestelde verhuur. X overlegt onvoldoende bewijs waaruit blijkt dat de overige activiteiten niet slechts bijkomstig zijn, waardoor niet vaststaat dat sprake is van verhuur-plus. Het hoger beroep is gegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 11
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 1 februari