X bv organiseert vlooienmarkten. Naast de verhuur van grondplaatsen en marktkramen, verzorgt X bv ook de marketing, int zij entree van bezoekers, wordt toezicht gehouden door een marktmeester en coördineert zij de schoonmaak. Voor de huur van de marktkraam brengt X bv een extra bedrag in rekening, bovenop het bedrag voor de grondplaats. X bv is van mening dat er sprake is van één prestatie, de verhuur van grondplaatsen, en dat dat een btw-vrijgestelde prestatie betreft. De inspecteur is het er mee eens dat er sprake is van één prestatie, maar dat deze moet worden aangemerkt als het faciliteren van het tentoonstellen en verkopen van artikelen, en niet als de verhuur van onroerende zaken. Hij legt daarom een btw-naheffingsaanslag op aan X bv.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de prestatie van X bv niet kan worden aangemerkt als de verhuur van onroerende zaken. Volgens de rechtbank vormen alle prestaties die X bv verricht voor de organisatie van de vlooienmarkt samen een totaalpakket aan diensten om deel te kunnen nemen aan de vlooienmarkt. Dat de afnemer van de dienst daarbij de grondplaats exclusief mag gebruiken voor de verkoop van zijn goederen, is volgens de rechtbank niet van belang. Op de door X bv verrichte dienst is geen btw-vrijstelling van toepassing. Het gelijk is aan de inspecteur.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 11
Wet op de omzetbelasting 1968 4
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 28 mei