Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de verhuur van werkruimtes van de woning van X aan een holding niet leidt tot ondernemerschap voor de omzetbelasting.

X is bestuurder van een holding en een STAK die alle aandelen van de holding houdt. X laat een woning bouwen met onder andere enkele werkkamers en een archiefruimte. De werkruimtes en de archiefruimte zijn niet via een aparte ingang bereikbaar en hebben geen eigen sanitaire voorzieningen. Na oplevering verhuurt X de ruimtes, belast met omzetbelasting, aan de holding. X brengt voorbelasting over de bouw van de ruimtes in aftrek. De inspecteur stelt dat X geen ondernemer is voor de omzetbelasting en weigert de aftrek. X gaat in beroep.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X geen recht heeft op aftrek van voorbelasting. X is geen ondernemer voor de omzetbelasting. Het gebruik van de ruimtes wordt beheerst door de arbeidsrelatie tussen X en de holding en zijn binnen de dienstbetrekking ter beschikking gesteld. Aan het gebruik van de ruimtes komt geen zelfstandige betekenis toe. Een beroep op het neutraliteitsbeginsel slaagt niet. Het beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 11

Wet op de omzetbelasting 1968 7

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Rubriek: Omzetbelasting

Editie: 28 juni

Informatiesoort: VN Vandaag

435

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen