X is een samenwerkingsverband tussen twee natuurlijke personen die samen een nieuwe woning laten bouwen. X verhuurt onder meer de zolderverdieping van de woning aan een vennootschap, waarin hij indirect een aandelenbelang van 100% heeft. Op grond van de huurovereenkomst brengt X BTW in rekening over de huurprijs. De huurprijs op jaarbasis bedraagt € 1200 exclusief BTW. X vraagt een deel van de BTW op de nieuwbouwkosten van de woning terug.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de verhuur van een deel van de woning kwalificeert als een economische activiteit, zodat X BTW-ondernemer is. Er is geen sprake van een prestatie om niet en evenmin van een prestatie tegen een symbolische vergoeding. X maakt echter niet aannemelijk dat de verhuurde ruimte nagenoeg volledig wordt gebruikt voor zakelijke doeleinden. Daarom is sprake van de verhuur van een gedeelte van een woning en kan X niet opteren voor BTW-belaste verhuur. Een dergelijke verhuur is vrijgesteld van BTW.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 11
Wet op de omzetbelasting 1968 7
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 14 april