Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat verhuur van een woning waarvoor geen vergoeding wordt ontvangen geen economische activiteit is.

X brengt in de aangifte omzetbelasting over het tijdvak 2007 tot en met 2011 in totaal € 20.960 aan voorbelasting in aftrek met betrekking tot verhuur van een deel van een woning aan familie. De inspecteur concludeert bij boekenonderzoek dat sprake is van vrijgestelde verhuur en legt een naheffingsaanslag op voor de in aftrek gebrachte voorbelasting. X gaat uiteindelijk in hoger beroep.

Hof ’s-Hertogenbosch neemt de overwegingen van de rechtbank over en oordeelt dat geen sprake is van een economische activiteit. X heeft niet aannemelijk gemaakt dat een vergoeding is betaald voor het gebruik van de woning. X stelt dat de inspecteur door een boekenonderzoek uit 2001 bekend was met de activiteiten en beroept zich op gewekt vertrouwen. In het rapport is echter geen standpunt omtrent het ondernemerschap opgenomen. Het hoger beroep is dan ook ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 7

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 23 oktober

7

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen