Belanghebbende, X, is eigenaar van een gemeubileerde woning in de gemeente Terschelling, zonder in deze gemeente hoofdverblijf te houden. X heeft met een bedrijf een verhuurbemiddelingsovereenkomst gesloten met daarin de volgende passages: “1. U hierbij het [B] toestemming geeft om uw accommodatie te verhuren (het [B] heeft hierbij geen exclusiviteit)” en “10. Eigen gebruik van het vakantieverblijf is gemaximeerd tot 90 dagen per kalenderjaar.” In 2016 is de woning 147 dagen verhuurd en heeft X de woning 22 dagen zelf gebruikt. In geschil is de aanslag forensenbelasting.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X in 2016 de woning ook mocht gebruiken als deze niet was verhuurd via het bemiddelingsbureau. X heeft dit bureau immers niet het exclusieve recht tot verhuur toegekend. Gebruik door X voor meer dan 90 dagen is niet uitgesloten, zodat X belastingplichtig is voor de forensenbelasting. Alleen als het bemiddelingsbureau voor meer dan 275 dagen huurders voor de woning zou vinden, zou dit bureau een beroep kunnen doen op art. 10 van de verhuurbemiddelingsovereenkomst om het gebruik door X te beperken. Een dergelijke situatie heeft zich in 2016 niet voorgedaan. Het hoger beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 18 februari