Belanghebbende, X bv, is eigenaar van een parkeergarage gelegen onder een winkelcentrum in de gemeente Vught. X bv verhuurt 90 van de 172 parkeerplaatsen die bij haar in eigendom zijn aan de gemeente.
Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt in navolging van de rechtbank dat de 90 parkeerplaatsen die in gebruik zijn bij de gemeente Vught geen afzonderlijk WOZ-object vormen. Omdat de parkeerplaatsen buiten kantoortijden vrij toegankelijk zijn, moet X bv zelf (en niet de gemeente) als gebruiker van deze plaatsen worden aangemerkt. Het is om die reden niet mogelijk deze parkeerplaatsen af te splitsen van de parkeergarage. De heffingsambtenaar heeft de 90 plaatsen dus terecht niet als een afzonderlijk WOZ-object aangemerkt. Het hof oordeelt dat de parkeergarage moet worden gewaardeerd op de bedrijfswaarde omdat deze wordt gebezigd in de commerciële sfeer. Die bedrijfswaarde moet worden bepaald met in achtneming van het gehele bedrijf van X bv. De parkeergarage moet worden bezien in het grotere geheel van de aankoop van het complex. Zonder afname van de garage had X bv het gehele complex immers niet kunnen verwerven. De door X bv voorgestane bedrijfswaarde berekend op basis van de met de onroerende zaak behaalde omzet en de daarop in mindering te brengen kosten, kan dan ook niet worden gevolgd. De heffingsambtenaar maakt de door hem voorgestane waarde wel aannemelijk. Omdat de garage nieuw is, is er geen aanleiding voor een correctie wegens functionele veroudering.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Wet waardering onroerende zaken 16
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 29 maart