Stichting X verhuurt 33 woningen van een hofje, waarvan zij de beheerstichting is. Het doel van X is om woonruimte tegen een zo gering mogelijke vergoeding aan de meest behoeftige groepen in onze samenleving te verstrekken. X is het niet eens met de verschuldigde verhuurderheffing.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat X ten onrechte in de verhuurderheffing is betrokken. Volgens de rechtbank maakt X namelijk aannemelijk dat de positie van (verhuurders van) hofjes in zijn algemeenheid bijzonder is. De rechtbank hecht daarbij belang aan de doelstelling waarmee de verhuur plaatsvindt, de bijzondere huurdersgroep en het feit dat verkoop van de panden niet plaatsvindt, en ook niet goed kan plaatsvinden. Verder merkt de rechtbank nog op dat er sprake is van oude panden met een monumentale status, die meer dan gemiddeld onderhoud vergen en dat de panden, door hun aard en ligging, relatief hoge WOZ-waarden hebben. Verder overweegt de rechtbank nog dat X voor invoering van de verhuurderheffing met moeite positieve cijfers behaalde, en dat er verder bijna geen mogelijkheden meer zijn om de kosten te drukken. Volgens de rechtbank kan van X, gezien de groep van huurders, niet worden verwacht dat zij de huren met 10 - 15% verhoogt om een buffer voor de verhuurderheffing te creëren. Volgens de rechtbank zou X dan namelijk niet meer aan haar doelstelling kunnen voldoen en moeten overgaan tot verkoop van de woningen. De rechtbank is dan ook van mening dat er sprake is van een individuele en buitensporige last.
Wetsartikelen:
Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten 26
Wet maatregelen woningmarkt 2014 II 1
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Verhuurderheffing
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 11 oktober