Rechtbank Den Haag oordeelt dat de verhuurderheffing niet in strijd is met art. 14 EVRM en art. 26 IVBPR. De keuze om verhuurders van tien of minder woningen buiten de heffing te laten is namelijk niet evident van redelijke grond ontbloot.

X bv heeft 57 huurwoningen in eigendom. Over het jaar 2014 voldoet X bv € 19.493 aan verhuurderheffing (VHH). X bv is van mening dat de VHH een inbreuk vormt op het recht van eigendom (art. 1 EP EVRM).

Rechtbank Den Haag verwijst naar haar uitspraak van 1 mei 2015, nr. 14/7683 (V-N Vandaag 2015/1546). In die uitspraak oordeelde de rechtbank dat de VHH niet in strijd is met art. 14 EVRM en art. 26 IVBPR. Volgens de rechtbank is er thans geen aanleiding om anders te oordelen. Verder wijst de rechtbank er op dat de rechter, gezien art. 11 Wet algemene bepalingen niet de innerlijke waarde of billijkheid van een wet mag beoordelen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet maatregelen woningmarkt 2014 II 1.4

Wet maatregelen woningmarkt 2014 II 1.1

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Verhuurderheffing

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 21 juni

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen