Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat er ten aanzien van de verhuurderheffing voor X, die woningen aan een hofje verhuurt, op regelgevingsniveau geen sprake is van schending van de ‘fair balance’.

X is de beheersstichting van een gasthuis en verhuurt 28 woningen in een hofje. De huurprijzen van de woningen liggen tussen de € 40 en € 450 per maand. Over het jaar 2017 is X € 15.185 aan verhuurderheffing verschuldigd. Ze is van mening dat de verhuurderheffing in strijd is met art. 1 EP EVRM.

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de verhuurderheffing niet in strijd is met art. 1 EP EVRM. Volgens de rechtbank is er op regelgevingsniveau namelijk geen sprake van schending van de ‘fair balance’. Ook heeft de wetgever de grenzen van de hem toekomende ruime beoordelingsvrijheid niet overschreden door alle verhuurders en dus ook X, in de verhuurderheffing te betrekken. De verhuurderheffing vormt verder ook geen individuele en buitensporige last voor X. De rechtbank stelt daarbij vast dat het eigen vermogen jaarlijks toeneemt en inmiddels meer dan € 1 mln bedraagt. Verder zijn de huren in verhouding tot de WOZ-waarden relatief laag en is er op dat vlak dus ruimte om opbrengsten te genereren. Volgens de rechtbank gaat dit namelijk niet ten koste van de doelstelling van X.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet maatregelen woningmarkt 2014 II 1

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Verhuurderheffing

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Editie: 27 september

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen