X is als metselaar werkzaam geweest, en afgekeurd. Sinds 1986 koopt X woningen die hij verhuurt. Veelal aan studenten, maar niet uitsluitend. In een periode van 25 jaar bouwt X zo een portefeuille op van 23 panden welke alle zijn gelegen in de stad G. In 2014 legt de inspecteur diverse (navorderings)aanslagen op aan X. Hierbij gaat de inspecteur er vanuit dat de opbrengsten van de verhuur in box 1 zijn belast, omdat er sprake is van meer dan normaal actief vermogensbeheer. X is het hier niet mee eens. Hij stelt dat er sprake is van een box 3 situatie.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat er bij de verhuur van de (studenten)kamers geen sprake is van meer dan normaal actief vermogensbeheer. Volgens de rechtbank maakt de inspecteur dat namelijk niet aannemelijk. De rechtbank overweegt daarbij dat de inspecteur zich slechts beroept op een lijst van activiteiten die door X ten behoeve van zijn panden zouden zijn verricht. Volgens de rechtbank maakt de inspecteur echter niet aannemelijk dat X al deze activiteiten verricht, laat staan dat X de lijst heeft samengesteld. De rechtbank wijst er hierbij ook op dat X, direct nadat het rapport was uitgebracht, uitgebreid heeft weersproken dat hij alle activiteiten die op de lijst staan, heeft verricht. Met betrekking tot de werkzaamheden die X stelt te verrichten voor zijn panden, stelt de rechtbank vast dat er geen sprake is van meer dan normaal actief vermogensbeheer. Het gelijk is aan X.
Lees ook het thema Vastgoedexploitatie in de inkomstenbelasting.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 5.1
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 13 oktober