Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat het enkele feit dat de levering van de auto plaatsvindt tegen een abnormaal lage vergoeding niet leidt tot misbruik van recht, en dat het verkapte dividend niet behoort tot de maatstaf van heffing voor de BTW.

X BV schaft in 2018 een auto aan en vraagt de aanschaf-BTW terug. De DGA van X BV gebruikt de auto voor zakelijke en privé doeleinden. Daarvoor geeft X BV jaarlijks in de BTW-aangifte een correctie privégebruik auto aan. In 2020 verkoopt X BV de auto aan de DGA voor € 2597 inclusief BTW en rest-BPM, terwijl de taxatiewaarde van de auto € 34.040 inclusief BTW en rest-BPM bedraagt. Voor het verschil tussen de verkoopprijs en de taxatiewaarde geven X BV en de DGA verkapt dividend aan voor de vennootschapsbelasting, dividendbelasting en inkomstenbelasting. In hoger beroep is in geschil of het verkapte dividend tot de maatstaf van heffing behoort.

Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat er is sprake van een levering onder bezwarende titel. De inspecteur maakt verder niet aannemelijk dat is voldaan aan de elementen van misbruik van recht. Er is geen sprake van een samenstel van transacties of handelingen om het belastingvoordeel te verkrijgen. In casu is maar één relevante transactie te onderkennen, zijnde de levering van de auto. Het enkele feit dat de levering van de auto plaatsvindt tegen een vergoeding die lager is dan de werkelijke waarde van de auto kan niet leiden tot misbruik van recht. Tot slot behoort het verkapte dividend niet tot de maatstaf van heffing voor de BTW. De inspecteur maakt namelijk niet aannemelijk dat er een rechtstreeks verband bestaat tussen het dividend en de levering van de auto. Het hoger beroep van X BV is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 8

Wet op de omzetbelasting 1968 1

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Rubriek: Omzetbelasting

Editie: 18 april

Informatiesoort: VN Vandaag

Focus: Focus

1307

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen