X start in 2011 met de opleiding tot verkeersvlieger. In 2013 onderbreekt hij de opleiding om pas in 2016 een specialisatie-opleiding te gaan volgen. In verband met de opleiding brengt X in 2011 en 2012 € 58.000 en € 54.000 aan scholingsuitgaven in aftrek. In zijn IB-aangifte 2016 neemt hij een bedrag van € 23.650 aan scholingsuitgaven op. De inspecteur staat echter slechts aftrek toe tot het plafond voor scholingsuitgaven van € 15.000. Hij stelt daarbij dat de scholingsuitgaven buiten de standaardstudieperiode zijn gemaakt. Hierbij gaat hij er vanuit dat de standaardstudieperiode per 1 januari 2013 is ingegaan en deze door de onderbreking van de opleiding in 2013 is geëindigd.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X recht heeft op een aftrek van € 23.650 aan scholingsuitgaven. De standaardstudieperiode van X is volgens de rechtbank namelijk pas per 1 januari 2016 aangevangen. Van belang daarbij is dat er geen overgangsregeling is getroffen bij de invoering van de wetswijziging en dat X onder de nieuwe regeling pas in 2016 voor het eerst meer dan € 15.000 aan scholingsuitgaven in aftrek brengt. De rechtbank realiseert zich dat de standaardstudieperiode zo in totaal meer dan vijf jaren kan duren. Dit is echter een gevolg van het (al dan niet bewust) nalaten van het treffen van een overgangsbepaling door de wetgever. Ook is de rechtbank van mening dat een (kortstondige) studieonderbreking niet meteen tot een definitief einde van de standaardstudieperiode leidt. Het gelijk is aan X.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 4 februari