Hof Den Haag oordeelt dat bij de WOZ-waardering van de woning niet voorbijgegaan kan worden aan de verkoop van de economische eigendom van de woning aan de ex-echtgenoot van X zeer kort na de waardepeildatum. 

X is eigenaar van een rijwoning waarvan zij de economische eigendom op 9 januari 2012 heeft verkocht aan haar ex-echtgenoot voor € 580.000. In geschil is de WOZ-waarde 2013 die door de gemeente is bepaald op € 646.000.

Hof Den Haag oordeelt dat bij de WOZ-waardering van de woning niet voorbijgegaan kan worden aan de verkoop van de economische eigendom van de woning aan de ex-echtgenoot van X zeer kort na de waardepeildatum. De omstandigheid dat de op 9 januari 2012 behaalde verkoopprijs van de woning tot stand is gekomen tussen twee ex-echtgenoten, betekent niet dat deze prijs afwijkt van de prijs die de meestbiedende gegadigde voor de woning zou willen betalen. X en zijn voormalige echtgenoot hebben zich bij de onderhandelingen over de verkoopprijs opgesteld als twee van elkaar onafhankelijke partijen die ieder ernaar streefdn een voor haar- of hemzelf zo gunstig mogelijke uitkomst te bereiken. De omstandigheid dat niet de juridische maar de economische eigendom van de woning is verkocht, is naar het oordeel van het Hof evenmin een bijzondere omstandigheid op grond waarvan de heffingsambtenaar de bij de verkoop van de woning bedongen verkoopprijs bij de bepaling van de waarde van de woning buiten beschouwing kon laten. Het feit dat de juridische eigendomsoverdracht is uitgesteld tot een nader door de koper te bepalen datum, is voor het hof wel reden de verkoopprijs niet volledig te volgen. Het hof bepaalt de WOZ-waarde op € 600.000.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 27 mei

20

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen