Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X BV niet aannemelijk maakt dat het OM, in plaats van X BV zelf, de voertuigen verkocht aan Y BV.
X BV behoort tot een groep vennootschappen die zich (met name) bezig hield met handel in en transport van agrarische producten en is gespecialiseerd in mesthandel- en transport. In verband met een strafrechtelijk onderzoek legt het OM op 13 maart 2018 beslag op vier voertuigen van X BV. In oktober en december 2018 stelt X BV facturen op voor de verkoop van de vier voertuigen aan Y BV. Op 18 april 2019 start de inspecteur een boekenonderzoek bij X BV. Op dat moment overlegt X BV een suppletie BTW voor een bedrag van € 209.238. Dit is de BTW die is verschuldigd wegens de verkoop van de vier voertuigen. Volgens X BV is deze BTW-suppletie op 11 april 2019 ingediend. Volgens een e-mail van de Belastingdienst van 18 juni 2019 is de BTW-suppletie niet te vinden in de verschillende systemen van de Belastingdienst is. De inspecteur legt een BTW-naheffingsaanslag op van € 209.238 verhoogd met een boete en belastingrente. In geschil is of de inspecteur de naheffingsaanslag, de belastingrentebeschikking en de boetebeschikking terecht en tot juiste bedragen heeft vastgesteld.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X BV niet aannemelijk maakt dat het OM, in plaats van X BV zelf, de voertuigen verkocht aan Y BV. Dat sprake is van conceptfacturen is maakt X ook niet aannemelijk. Verder is voor de verkoop van voertuig 4 niet aannemelijk gemaakt dat sprake is van de overgang van een algemeenheid van goederen. Ook het standpunt van X dat de verkoop van de voertuigen 1, 2 en 3 zijn vernietigd, slaagt niet. De BTW-gevolgen van een eventuele vernietiging van een overeenkomst treden niet eerder in dan op het moment van vernietiging en hebben daarom geen gevolg voor de verschuldigdheid van de BTW in 2018. De vergrijpboete van 25% is passend en geboden, maar wordt gematigd wegens overschrijding van de redelijke termijn. X' beroep is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 37d
Wet op de omzetbelasting 1968 37
Wet op de omzetbelasting 1968 12
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Rubriek: Omzetbelasting
Editie: 1 augustus
Informatiesoort: VN Vandaag