Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden overweegt dat een verkoopcijfer van een referentieobject twee jaar na de waardepeildatum niet bruikbaar is voor de onderbouwing van de WOZ-waarde. Ook heeft de verkoop niet plaatsgevonden aan een marktpartij en is ook derhalve niet bruikbaar.
Belanghebbende heeft een onroerende zaak en betwist de WOZ-waarde. De heffingsambtenaar heeft de waarde laten onderbouwen door een taxateur en die heeft daarbij vier referentieobjecten gebruikt. Eén van de objecten is verkocht aan een bv als gevolg van de realisatie van hoogspanningsverbindingen door deze bv. Belanghebbende betwist gemotiveerd de WOZ-waarde dus de bewijslast rust op de heffingsambtenaar om de bepleite waarde aannemelijk te maken.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden overweegt dat een verkoopcijfer van een referentieobject twee jaar na de waardepeildatum niet bruikbaar is voor de onderbouwing van de WOZ-waarde. Ook heeft de verkoop niet plaatsgevonden aan een marktpartij en is ook om die reden niet bruikbaar. Voor wat betreft de andere objecten vindt het hof de verhouding tussen de verschillen in prijs per m2 erg hoog. Dit mede in het licht van de verklaring van de heffingsambtenaar dat alle objecten een vergelijkbare ligging hebben in het agrarisch buitengebied. Het hof komt niet toe aan een oordeel of de correcties voor de nabijheid bij hoogspanningsverbindingen correct zijn toegepast. Het hof vernietigt de WOZ-waarde en stelt de waarde zelf in goede justitie vast.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 27 december