Belanghebbende, X, koopt na de tip van een vriend, twee panden. De levering van de panden vindt in 2009 plaats. De vriend is tevens adviseur van de verkoper en leent X de helft van het geld tegen winstdeling. De verkoper bevindt zich in een financiële noodsituatie. In het jaar 2011 verkoopt X één van de panden met winst. Volgens de inspecteur moet de verkoopopbrengst van dat pand worden belast als resultaat uit overige werkzaamheden, omdat sprake zou zijn van voorkennis of een andere bijzondere vorm van kennis. X stelt dat hij de panden ter belegging heeft aangehouden en er derhalve sprake is van normaal vermogensbeheer. In geschil is de navorderingsaanslag IB/PVV 2011 met bijbehorende vergrijpboete.
Hof Arnhem-Leeuwarden beslist dat de inspecteur op geen enkele manier aannemelijk heeft gemaakt dat X zich bij de aankoop al bewust was van het feit dat er een discrepantie aanwezig was tussen de koopprijs van de panden en de waarde in het economische verkeer (objectieve voordeelsverwachting). De vertrouwelijke cliëntgegevens die X zouden zijn ingefluisterd, zijn onvoldoende om tot een ander oordeel te komen. De verkoopwinst is onbelast. Het hoger beroep van de inspecteur is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16
Wet inkomstenbelasting 2001 3.91
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 17 november