Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de rechtbank de WOZ-waarde van de woning van X in dit geval ten onrechte heeft gelijkgesteld met de eigen aankoopprijs. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

Belanghebbende, X, is eigenaar van een woning in de gemeente Nijmegen. Op 30 augustus 2013 heeft X de woning gekocht voor een bedrag van € 320.800. In geschil is de WOZ-waarde 2014 (waardepeildatum 1 januari 2013). Rechtbank Gelderland verlaagt deze waarde in beroep van € 329.000 naar het bedrag van de koopsom.

Hof Arnhem-Leeuwarden (EK XII, 23 augustus 2016, 15/01498, V-N Vandaag 2016/1914) oordeelt dat de rechtbank de WOZ-waarde van de woning van X in dit geval ten onrechte heeft gelijkgesteld met de eigen aankoopprijs. Er zijn tussen waardepeildatum en aankoop acht maanden verstreken. In een fluctuerende markt is deze periode te lang om de waarde op de waardepeildatum zonder meer gelijk te stellen aan de aankoopprijs (HR 29 januari 2016, nr. 14/04882, V-N 2016/9.21). Het hof acht, rekening houdend met het prijsverschil (een dalende markt), de vastgestelde WOZ-waarde van € 329.000 niet te hoog. X heeft niet aannemelijk gemaakt dat de door hem betaalde aankoopprijs niet de waarde in het economische verkeer weergaf. Het hoger beroep van de heffingsambtenaar is gegrond, de rechtbank heeft de WOZ-waarde ten onrechte verlaagd.

De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Hoge Raad

Editie: 31 mei

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen