Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X bv BTW-ondernemer is voor de omzetbelasting door de incidentele in- en verkoop van exclusieve personenauto's.

X bv is in 2020 opgericht en koopt en importeert in het derde kwartaal van 2020 vier auto’s uit Duitsland. X bv dient een BTW-aangifte in met intracommunautaire in- en-verkoop en aftrek van voorbelasting. De inspecteur stelt dat X bv geen BTW-ondernemer is omdat slechts sprake is van incidentele in- en verkoop van exclusieve personenauto’s, en legt een naheffingsaanslag op ter hoogte van de aftrek van voorbelasting. Subsidiair stelt de inspecteur dat X bv ten onrechte het nultarief toepast op een verkoop naar Spanje. X bv gaat in bezwaar en beroep. In beroep is in geschil of X bv BTW-ondernemer is.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X bv BTW-ondernemer is voor de omzetbelasting door de incidentele in- en verkoop van exclusieve personenauto's. De inspecteur maakt niet aannemelijk dat X bv geen BTW-ondernemer is. Daarnaast heeft X bv op de verkoop naar Spanje ten onrechte het nultarief toegepast, omdat X bv niet met boeken en bescheiden heeft onderbouwd dat aan alle materiële voorwaarden voor toepassing van het nultarief is voldaan. Tot slot vernietigt de rechtbank de aan X bv opgelegde betaalverzuimboete vanwege het ne bis in idem-beginsel, omdat eerder een betaalverzuimboete over dit tijdvak is opgelegd. Dat de eerder opgelegde boete is komen te vervallen doet hieraan geen afbreuk. Het beroep van X bv is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 6

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67c

Algemene wet bestuursrecht 5:43

Wet op de omzetbelasting 1968 9

Wet op de omzetbelasting 1968 7

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Rubriek: Omzetbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 11 januari

Informatiesoort: VN Vandaag

630

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen