X en zijn echtgenote verkrijgen op 15 maart 2023 samen 50% van de economische eigendom van een woning, terwijl de overige 50% en de volledige juridische eigendom bij een woningcorporatie blijven. Zij wonen in de woning en hebben een huurovereenkomst met de woningcorporatie. Voor de verkrijging is € 10.400 aan overdrachtsbelasting voldaan naar een tarief van 10,4%. X stelt dat hij recht heeft op het verlaagde tarief van 2%. De inspecteur verklaart het bezwaar van X ongegrond. In beroep is in geschil of X recht heeft op het verlaagde tarief van 2% voor de verkrijging van 50% economische eigendom van de woning.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X geen recht heeft op het verlaagde tarief overdrachtsbelasting bij de verkrijging van 50% economische eigendom van een woning. Het verlaagde tarief geldt alleen bij verkrijging van zowel economische als juridische eigendom. De wetgever heeft bedoeld de verkrijging van alleen het economische eigendom uit te zonderen van toepassing van het verlaagde tarief. De verwijzing van X naar de memorie van toelichting bij de Fiscale Verzamelwet 2025 wordt verworpen, omdat deze niet van toepassing is op de huidige wetgeving. Het beroep van X is ongegrond verklaard.
Wetsartikelen:
Wet op belastingen van rechtsverkeer 15a
Wet op belastingen van rechtsverkeer 14
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer
Editie: 19 november
Informatiesoort: VN Vandaag