X bv verkrijgt een perceel tuinland met de daarop aanwezige opstallen, glasopstanden en installaties met verdere toebehoren. In geschil is of de gehele verkrijging onder de cultuurgrondvrijstelling valt.
Rechtbank Den Haag is van oordeel dat dit niet het geval is, omdat uit de wetsgeschiedenis en een arrest van de Hoge Raad uit 1997, volgt dat gebouwde eigendommen (waaronder glasopstanden) niet onder het begrip cultuurgrond vallen. De cultuurgrondvrijstelling is verruimd met de volzin: ‘Onder cultuurgrond wordt mede begrepen de ondergrond van glasopstanden.' Als gevolg daarvan kan de ondergrond van glasopstanden toch onder de vrijstelling vallen. Daarmee wordt uitsluitend voor de toepassing van de cultuurgrondvrijstelling de onroerende zaak opgedeeld in opstal en ondergrond. Daardoor valt het ene deel van de onroerende zaak wel onder de vrijstelling en het andere deel niet. Het beroep van X bv op een arrest uit 2009 faalt, omdat daarin geen uitspraak wordt gedaan over het begrip "cultuurgrond".
Wetsartikelen:
Wet op belastingen van rechtsverkeer 15
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 12 september