Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X ter zake van de verkrijging van een woning op 9 juni 2011 overdrachtsbelasting verschuldigd is naar het hoge tarief. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO).

X verkrijgt per notariële akte van 9 juni 2011 de eigendom van een woning. In geschil is of de overdrachtsbelasting ter zake van de verkrijging van de woning moet worden berekend naar het hoge tarief (6%) of naar het lage tarief (2%) dat gold (met terugwerkende kracht) vanaf 15 juni 2011.

Hof Arnhem-Leeuwarden (EK VIII, 18 maart 2014, 13/00891, V-N Vandaag 2014/624) oordeelt dat X ter zake van de verkrijging van een woning op 9 juni 2011 overdrachtsbelasting verschuldigd is naar het hoge tarief. Nu het belastbare feit zich op die datum onherroepelijk heeft voorgedaan, faalt de stelling van X dat hij recht zou hebben op het lage tarief wanneer hij de koopovereenkomst zou ontbinden en later opnieuw zou sluiten of wanneer hij de koopovereenkomst op een later moment zou hebben gesloten. De grieven van X met betrekking tot de ingangsdatum van het lagere tarief, de terugwerkende kracht en het ontbreken van een overgangsregime, worden door het hof verworpen onder verwijzing naar HR 14 juni 2013, nr. 12/03630, V-N 2013/30.18. Het hoger beroep van X is ongegrond. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op belastingen van rechtsverkeer 2

Wet op belastingen van rechtsverkeer 14

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer

Instantie: Hoge Raad

Editie: 7 november

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen