Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat het tarief van 2% terecht is toegepast op een deel van de school. De inspecteur heeft in zijn e-mail van 26 juni 2013 namelijk het standpunt ingenomen dat een deel van de onroerende zaak als woning kwalificeert.

X koopt in 2013 een onroerende zaak. De onroerende zaak betreft een voormalig schoolgebouw. X wil de onroerende zaak gebruiken als expositieruimte, en er tevens een slaapgelegenheid creëren. Bij de aangifte overdrachtsbelasting wordt voor het woon-slaapgedeelte het tarief van 2% toegepast. De inspecteur merkt in een e-mail van 26 juni 2013 op dat hij akkoord gaat met splitsing van de koopsom. Op een deel van de koopsom is het tarief van 2% voor woningen van toepassing. Naar aanleiding van een taxatie van zijn taxateur deelt de inspecteur in november 2013 mee dat een naheffingsaanslag zal worden opgelegd, omdat de onroerende zaak naar zijn aard in zijn geheel niet bestemd is voor bewoning.

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat het tarief van 2% terecht is toegepast. Volgens de rechtbank heeft de inspecteur in zijn e-mail van 26 juni 2013 namelijk een toezegging gedaan. De inspecteur heeft in deze e-mail volgens de rechtbank weloverwogen en bewust het standpunt ingenomen dat een gedeelte van de onroerende zaak als woning kwalificeert. X beroept zich dan ook terecht op het door de inspecteur gewekte vertrouwen. Verder acht de rechtbank nog van belang dat de inspecteur zijn toezegging niet onverwijld en onmiskenbaar duidelijk heeft ingetrokken. De inspecteur heeft de toezegging namelijk pas in november 2013 ingetrokken, via de aankondiging dat een naheffingsaanslag zoul worden opgelegd. Het gelijk is aan X.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op belastingen van rechtsverkeer 14

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van rechtsverkeer

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Editie: 29 januari

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen