X is eigenaar van een woning in de gemeente Molenwaard gelegen aan een dijk. In geschil is de WOZ-waarde van de woning en in het bijzonder de toepassing van de WOZ-uitzondering voor waterverdedigingswerken.
Hof Den Haag oordeelt dat de WOZ-uitzondering voor waterverdedigingswerken van toepassing is op een gedeelte van de grond bij de woning van X ter grootte van 2.639 m². De stelling van de heffingsambtenaar dat de uitzondering alleen van toepassing is op het waterverdedigingswerk zelf, wordt door het hof verworpen. Het hof overweegt verder dat alleen de delen van de onroerende zaak waarin daadwerkelijk wordt gewoond ‘dienen tot woning' en om die reden buiten het toepassingsbereik van de WOZ-uitzondering vallen (HR 4 maart 2016, nr. 15/00518, V-N 2016/16.17). De grond bij de woning, niet-zijnde de ondergrond, kan dus vrijgesteld worden mits aan de overige voorwaarden wordt voldaan. De grond gelegen binnen de kernzone en de beschermingszone binnenkant wordt beheerd door het waterschap en valt onder de waarderingsuitzondering. Voor de onroerende zaak van X betreft dit een oppervlakte van 2.639 m². Het hof vermindert de WOZ-waarde met een bedrag van € 33.195. Behoudens de toepassing van de waarderingsuitzondering heeft de heffingsambtenaar de WOZ-waarde volgens het hof wel aannemelijk gemaakt.
Lees ook het thema over de WOZ.
Wetsartikelen:
Uitvoeringsregeling uitgezonderde objecten Wet waardering onroerende zaken 2-1-f
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Den Haag
Editie: 16 juni