X heeft in 2008 een appartement gekocht in de gemeente Hoorn voor € 344.000 vrij op naam. De woningen zijn verkocht met een 25% kortingsregeling. Dit houdt in dat kopers de mogelijkheid hebben om 25% van de koopsom renteloos te lenen van de projectontwikkelaar. De koper hoeft deze lening pas bij vervreemding van de woning terug te betalen. Het af te lossen bedrag wordt bovendien verminderd met een eventuele waardedaling in de periode tussen koop en vervreemding. In geschil is of bij het bepalen van de WOZ-waarde 2011 (waardepeildatum 1 januari 2010) rekening gehouden moet worden met deze kortingsregeling. De gemeente vindt van niet en verdedigt een WOZ-waarde van € 344.000, omdat uit verkoopcijfers van vergelijkbare appartementen blijkt dat dit nog steeds een marktconforme prijs is. X bepleit een verlaging van de WOZ-waarde met 6% in verband met de kortingsregeling.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat bij het vaststellen van de WOZ-waarde rekening moet worden gehouden met de kortingsregeling op grond waarvan kopers slechts 75% van de koopsom hoeven te financieren. De overige 25% hoeft de koper niet te financieren en moet pas bij een eventuele verkoop (gedeeltelijk) worden afgelost. Zolang de woning niet wordt verkocht, hoeft de koper dit deel niet af te lossen. Op grond van het voorgaande oordeelt de rechtbank dat de in het kadaster vermelde transactieprijzen van de appartementen niet gelijk zijn aan de waarde in het economische verkeer. Hoewel uit de beschikbare informatie niet duidelijk is hoeveel korting X precies heeft gekregen, acht de rechtbank een korting van € 25.000 aannemelijk, hetgeen neerkomt op een verlaging van de WOZ-waarde van ongeveer 7%. De rechtbank verklaart het beroep van X gegrond en verlaagt de WOZ-waarde naar € 319.000.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17