Rechtbank Den Haag oordeelt dat de btw-vrijstelling voor medische diensten niet van toepassing is. X bv verricht namelijk zelfstandig een coördinatiedienst en dit is geen medische dienst.

Hof Amsterdam oordeelt dat X bv de btw-vrijstelling voor beleggingsinstellingen niet kan toepassen. X bv concurreert namelijk niet met ICBE-instellingen en heeft meer de kenmerken van een stimuleringsfonds dan van een beleggingsfonds.

Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de gemeente het bezwaar van X zonder peremptoirstelling niet wegens het ontbreken van een machtiging niet-ontvankelijk mocht verklaren.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de rechtbank het beroep van X terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. De gevolgen van zijn keuze om het beroep via een kennis in te dienen, komen voor rekening van X. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO).

Hof Amsterdam oordeelt dat de handelwijze van de gemachtigde van X, die in bezwaar stelselmatig niet reageert op verzoeken van de heffingsambtenaar om bewijsstukken, niet kwalificeert als misbruik van recht.

Hof Amsterdam verklaart zowel het principale hoger beroep van X als het incidentele hoger beroep van de heffingsambtenaar gegrond voor zover het de ISV betreft.

Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de heffingsambtenaar met het gebruik van Taxatiewijzers de WOZ-waarde van de onroerende zaak van X niet te hoog heeft vastgesteld. De heffingsambtenaar heeft het object terecht afgebakend als niet-woning. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

Hof Den Haag oordeelt dat de heffingsambtenaar bij de waardering van het clubhuis met de waterskibaan terecht een coronakorting van 10% heeft gehanteerd. Wel heeft X alsnog recht op een immateriële schadevergoeding.