Het middel van een verleggingsregeling wordt alleen gehanteerd indien fraude niet op een andere wijze kan worden bestreden. Het heeft namelijk administratieve gevolgen voor het bedrijfsleven en gevolgen voor de handhaving door de Belastingdienst. Dat stelt staatssecretaris Wiebes van Financiën na vragen van de Tweede Kamer over de aanpak van btw-carrouselfraude met telecommunicatiediensten (zie V-N 2017/29.13).

Deze fraude is begin tweede kwartaal 2017 geconstateerd. Het betreft met name telecommunicatiediensten die buiten de EU worden ingekocht en uiteindelijk via diverse ondernemersschakels weer worden doorverkocht. Conventionele fraudebestrijdingsmiddelen zijn niet afdoende gebleken. Het gaat met name om btw-fraude met de verkoop van belminuten (zie V-N 2017/29.13).

Een verleggingsregeling maakt btw-carrouselfraude onmogelijk door de systematiek van de verlegging. De verleggingsregeling kent een afgebakende definitie van telecommunicatiediensten in de Wet OB 1968, die is gebaseerd op de Europese Btw-richtlijn.

[Nieuwsbron][Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 5 september

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen