Hof Amsterdam oordeelt dat het tijdsverloop tot aan het opleggen van de navorderingsaanslag niet te lang is geweest.

Belanghebbende (X) heeft het bestaan van een bankrekening bij de KB Lux-bank verzwegen. Wanneer de inspecteur achter het bestaan van deze bankrekening komt, legt hij – in het kader van een gesloten vaststellingsovereenkomst – in november 2002 een navorderingsaanslag VB over het jaar 1998 op aan belanghebbende. Belanghebbende stelt dat de verlengde navorderingstermijn in strijd is met het EG-recht, en dat de aanslag derhalve te laat is opgelegd. Rechtbank Haarlem beslist dat de verlengde navorderingstermijn van 12 jaar niet in strijd is met het EG-verdrag.

Hof Amsterdam oordeelt dat het tijdsverloop tot aan het opleggen van de navorderingsaanslag niet te lang is geweest. Het hof verwijst hierbij naar de jurisprudentie van het Hof van Justitie EU (HvJ EU) en de Hoge Raad. Het hof overweegt hierbij dat de inspecteur in november 2001 op de hoogte was gekomen van het feit dat belanghebbende een geheime rekening had aangehouden en dat de navorderingsaanslag in november 2002 is opgelegd. Volgens het hof heeft de inspecteur bij het vaststellen van de navorderingsaanslag dan ook niet meer tijd genomen dan de tijd die gemoeid is met het verkrijgen van inlichtingen die nodig zijn voor het bepalen van de verschuldigde belasting en het voorbereiden en vaststellen van de navorderingsaanslag aan de hand van de hem ter beschikking staande gegevens. De aanslag blijft in stand.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

1

Gerelateerde artikelen