Hof Arnhem overweegt dat de inspecteur de verlengde navorderingstermijn mocht toepassen op verzwegen inkomsten van Nederlandse oorsprong die op een buitenlandse bankrekening zijn gestort.

 

X is vennoot geweest in een vof. Deze vof heeft in het buitenland nooit producten geproduceerd en/of verkocht. De vof heeft een gedeelte van de omzet in contanten ontvangen en dit gedeelte niet in de boeken verwerkt. Vervolgens heeft X dit geld meegenomen naar het buitenland en daar op bankrekeningen gestort. Bij brief van 29 december 2009 heeft de gemachtigde van X de inspecteur gemeld dat X verzwegen bankrekeningen heeft in het buitenland. De gelden zijn voor het grootste deel aan de onderneming onttrokken in de periode dat de onderneming in de vorm van een vof werd gedreven en daarbij met name voor 1998. Met dagtekening 4 februari 2011 heeft de inspecteur aan X de in geschil zijnde navorderingsaanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het jaar 2000 opgelegd waarom een omzetcorrectie van € 6807 is begrepen. Het beroep van X tegen deze aanslag wordt ongegrond verklaard. X komt in hoger beroep. In geschil is of de verlengde navorderingstermijn van toepassing is. Hof Arnhem overweegt dat X niet-geadministreerde contante betalingen van Nederlandse afnemers heeft ontvangen die vervolgens door hem in het buitenland op een bankrekening zijn gestort. De inspecteur heeft terecht artikel 16, vierde lid, AWR toegepast. Het arrest van 8 oktober 2010, nr. 09/04322, BNB 2010/333 is niet van toepassing, omdat in dat geval sprake is van inkomsten met een buitenlandse oorsprong en het dus feitelijk een andere situatie betreft. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 23 januari

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen