Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat in hoger beroep de redelijke termijn niet is overschreden. De coronapandemie is namelijk een uitzonderlijke en onvoorzienbare situatie die een verlenging van de termijn met vier maanden rechtvaardigt.
X doet BPM-aangifte voor een VW Polo 1.2 TSI BM R-line en voldoet € 704. Volgens Rechtbank Gelderland is dat niet teveel. X krijgt wegens het overschrijden van de redelijke termijn wel een immateriële schadevergoeding van € 500. X heeft recht op wettelijke rente over de griffierechtvergoeding vanaf vier weken na de datum waarop uitspraak is gedaan. X gaat in hoger beroep.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat in hoger beroep de redelijke termijn niet is overschreden. De coronapandemie is namelijk een uitzonderlijke en onvoorzienbare situatie die een verlenging van de termijn met vier maanden rechtvaardigt. Daarbij is rekening gehouden met de periode waarin de gerechtsgebouwen gesloten waren en een termijn van twee maanden voor het opnieuw inplannen van verdaagde zittingen. De Minister van Justitie en Veiligheid moet ook wettelijke rente vergoeden over de door de rechtbank toegekende immateriële schadevergoeding en de proceskostenvergoeding vanaf vier weken na de openbaarmaking van de uitspraak van de rechtbank (24 oktober 2019) tot aan de dag van algehele voldoening. In eerste aanleg heeft X hierop geen aanspraak gemaakt, zodat het beroep ongegrond is.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:75
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Dossiers: Corona
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 27 december