Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de effectenrekening niet tot het ondernemingsvermogen kan worden gerekend. X maakt niet aannemelijk dat sprake is van tijdelijk overtollige liquiditeiten. De effectenrekening is namelijk gefinancierd met privévermogen en niet met ondernemingsvermogen.
X exploiteert een onderneming. Vanaf 2015 brengt X liquide middelen over vanuit zijn privévermogen naar het ondernemingsvermogen, waarmee hij effecten aankoopt in de vorm van een Rabo-effectenrekening. De resultaten geeft X in box 1 aan. In zijn IB-aangifte 2018 neemt X een verlies van € 41.000 in aanmerking in verband met de Rabo-effectenrekening. De inspecteur is echter van mening dat sprake is van overtollige liquiditeiten die niet noodzakelijk zijn voor de normale bedrijfsuitoefening en accepteert het verlies niet.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de effectenrekening niet tot het ondernemingsvermogen kan worden gerekend. Volgens de rechtbank maakt X niet aannemelijk dat sprake is van tijdelijk overtollige liquiditeiten. De effectenrekening is namelijk gefinancierd met privévermogen en niet met ondernemingsvermogen. De liquide middelen zijn immers vanuit het privévermogen van X overgebracht naar de bankrekening van de onderneming, en vervolgens zijn daarmee de effecten aangeschaft. Verder bewijst X ook niet dat de effecten zouden worden aangewend voor de aanschaf van een bedrijfspand (de ouderlijke woning). Daartoe heeft X geen gegevens overgelegd. Ook zou het aanhouden van de woning in verband met enkele afspraken in het zuiden des lands volgens de rechtbank wel een hele dure investering zijn. Het gelijk is aan de inspecteur.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.25
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 13 augustus
Carrousel: Carrousel