X verstrekt in 2010 een lening aan zijn zoon om een eigen onderneming in optische artikelen te starten. De lening kwalificeert als een directe belegging in durfkapitaal (Tante Agaathlening). In zijn IB-aangifte over 2016 voert X een verlies op in verband met de kwijtschelding van een deel van de lening, als negatief resultaat uit ter beschikking gestelde vermogensbestanddelen (€ 24.100 minus de TBS-vrijstelling van € 2.892). De inspecteur corrigeert het negatieve resultaat uit ter beschikking gestelde vermogensbestanddelen.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat X geen feiten en omstandigheden heeft gesteld en aannemelijk gemaakt waaruit volgt dat de in de leningsovereenkomst opgenomen voorwaarden zodanig afwijken van voorwaarden die derden in het kader van de durfkapitaalregeling stellen. Er is dus geen sprake van een ongebruikelijke terbeschikkingstelling (art. 3.91-2-b Wet IB 2001). Het verlies op een Tante Agaathlening is slechts aftrekbaar als de inspecteur bij beschikking heeft bevestigd dat het kwijtgescholden deel van de lening niet meer voor verwezenlijking vatbaar is. Omdat X geen beschikking heeft, kan het verlies op de lening niet in het kader van de persoonsgebonden aftrek in aftrek worden gebracht. De zaak wordt niet aangehouden om X in de gelegenheid te stellen deze beschikking alsnog te ontvangen. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 6.8
Wet inkomstenbelasting 2001 3.91
Wet inkomstenbelasting 2001 5.17
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Rubriek: Inkomstenbelasting
Editie: 3 maart
Informatiesoort: VN Vandaag